vrijdag 10 oktober 2008

Slapeloze nachten?

Goh, Jeroen, wat doe jij nou eigenlijk in het weekend?
Nou, eerlijk gezegd, begin ik altijd met lekker uitslapen. Ik bedoel, waar zijn die uren op de zondagochtend nou goed voor? Verder eet ik heel veel stokbroodjes met brie, stukken brioche (met chocola, hm), en ik drink minstens 10 flessen cola. Voordat u begint te denken dat u wilde dat u de vraag nooit gesteld had, zal ik een serieuzer antwoord geven. Namelijk, de stad bepaalt wat ik in het weekend doe.
..

Parijs is een wereldstad, dus bruist het hier van de initiatieven. Er is dan ook ieder weekend wat te doen. Een greep uit de afgelopen weken? Vliegtuigen op de Champs-Elysées, de paus in Parijs, open monumentenweekend, weekend van de letteren, sporten onder de Eiffeltoren (ik moet bekennen dat ik dit grootse evenement heb overgeslagen) en afgelopen weekend de Nuit-Blanche.



Nou weet ik dat uw Frans heel goed is, dus eigenlijk hoef ik niet te vertellen dat dit ‘Witte Nacht’ betekent. Wat ik misschien wel moet uitleggen, is dat dit figuurlijk kan worden geïnterpreteerd als ‘Slapeloze Nacht’. U snapt, ik was meteen geïnteresseerd. Dus trok ik afgelopen weekend rond een uur of half elf ’s avonds de deur achter me dicht en liet me meeslepen in deze nacht vol leven.

De Nuit Blanche is een jaarlijks terugkerend evenement waarin de stad een soort kunst festival is. Op tientallen plekken in de stad zijn er activiteiten. Bij activiteiten moet gedacht worden aan kunstprojecten, open musea, muziek en film. Dit jaar was het thema ‘stations’ en ik begon mijn tocht dan ook bij het Gare du Nord. Het leek me het meest passend met de trein te gaan, maar ja, aangezien die niet rijdt vanaf mijn huis was de metro een aardig alternatief.

Ik moet u even uitleggen hoe bijzonder het is dat ik vrijwillig naar het Gare du Nord ga. Het is dat de trein naar Nederland er vertrekt, dus dat ik af en toe genoodzaakt ben er te komen. Maar het Gare du Nord is zonder twijfel de verschrikkelijkste plek van Parijs. Hordes toeristen, geen fatsoenlijke wachtruimte of zitplaatsen, een constante omroepinstallatie en een teringeind lopen naar de metro (excuses voor het woordgebruik, maar het is echt zo). U snapt, het is een hel.



Maar vanavond was het anders. vanavond kon ik gelukkig ook buiten blijven staan. Tegen de voorkant van het gebouw werd namelijk een kunstfilm geprojecteerd. 40 kinderen van een basisschool aan Parijs hadden hier aan meegedaan. Ik liep hierna verder naar het Gare de l’Est (dat is vlakbij) en kwam ook hier twee projecties tegen. Hier was ook live muziek, maar persoonlijk vond ik dit duidelijk ‘beginnende’ rockbandje niet te pruimen. Snel verder dus.

Na in de omgeving nog een kunstzinnig versierde kerk en een andere projectie bezocht te hebben, stond ik rond twaalf uur voor de deur van Centre Pompidou. Tot 2 uur ’s nachts was dit Mekka van de Moderne kunst gratis voor publiek geopend. Dit heeft twee voordelen. Ten eerste heb je vanaf de 5e verdieping een schitterend uitzicht op een nachtelijk verlicht Parijs. En ten tweede heb je gratis toegang tot alle kunst (bah, wat een Hollandse gedachte) in een bijzondere setting.



Na een ruim uur te hebben rondgesloft langs de Picassos, Mondriaans en Miros van deze wereld, besloot ik erg anders nog even verder te gaan kijken. Ik kwam terecht in de kerk. U zult zeggen, wie verder kijkt, komt meestal niet terecht in de kerk. Maar zoals ik al zei, het was een bijzondere avond. Op een kleine afstand van het museum, ligt namelijk de Saint Eustache (inderdaad, bij les Halles). Hier was vanavond een bijzondere film te zien.

En dus zat ik midden in de nacht in de kerk een film te kijken over zes blinden die een olifant ontmoeten. ‘Letter on the Blind for the use of those who see’, een project van Javier Téllez. Het was een indrukwekkend geheel waarin treffend werd getoond hoe blinden waarnemen (ieder op zijn eigen manier). Zelf kon ik alleen maar de conclusie trekken dat hun waarnemingen veel intenser zijn. Een prachtige film, in een mooie setting en bij binnenkomst een begroeting door de pastoor. Wat wil een mens nog meer?

Nou op dat moment? Eigenlijk gewoon slapen. Dus nam ik tegen half drie de laatste metro naar huis (de metro reed langer deze nacht) en liet de rest van het programma voor wat het was. Ik had nog tot 7 uur ’s ochtends van alles kunnen bezoeken, maar geen slapeloze nacht voor mij. Wel lekker uitgeslapen overigens, die volgende dag.



Zo ziet u, er is altijd wat te doen. Ik lees iedere vrijdag de krant en ik besluit wat ik ga doen dat weekend. En komend weekend? Tja, ik het is weer lastig, ik heb eigenlijk twee keuzes. Ten eerste de opening van het wijnseizoen in Montmartre (met als thema dit jaar Cinema Montmartre). Parijs heeft immers ook vier wijnranken, dus daar moet op gedronken worden! Of ten tweede de open dagen in het wetenschapsmuseum in park La Villette.

Aangezien ik nou al nachtmerries heb waarin ik mezelf met blote voeten druiven zie plattrappen, vermoed ik dat ik naar La Villette ga. Hoe dan ook, ik vermaak me wel en anders kan ik altijd nog een boek lezen. Deze week ging immers voor de 14e keer in de geschiedenis de Nobelprijs voor Literatuur naar een Fransman. Ik ben op dit moment nog bezig in een boek van de 9e Franse winnaar, Albert Camus. In het Frans, dat dan weer wel…

Geen opmerkingen: