vrijdag 28 november 2008

Ontmoeting met een Chinees



‘Waarom dragen Nederlanders van die houten schoenen?’
Ik schiet in de lach.
‘Klompen?’
Ik kijk naar mijn schoenen (die vies zijn overigens). Zou hij nou denken dat ik in Nederland op klompen loop? Maar even uitleggen dan dat ze bijna niet meer gedragen worden dan? Ik kan hem natuurlijk ook in de waan laten.
Ik glimlach nog eens en leg het hem dan toch maar uit.

“Je hebt toch ook zo’n bloem in Nederland?
“De Tulp?”
Hij kijkt me moeilijk aan.
“C’est Tulipe en français.” (basiskennis)
“Die hebben ze toch ergens op van die grote velden, heel mooi, waar iedereen komt kijken.”
“De Keukenhof!”, Ik schiet weer in de lach.
Ik moet hem toegeven dat ik nog nooit in de keukenhof ben geweest. “C’est pour les touristes!”
Maar hij is al bezig met de volgende vraag.

"Welke taal spreken ze in Nederland?"
"Nederlands"
"O."
Een korte stilte volgt, daar had hij niet op gerekend. Zijn verbazing doet mij weer glimlachen.
“Hoe zeg je Bonjour in het Nederlands?"
“Goedendag” (ook basiskennis) “Maar meestal zeggen we gewoon hallo.”
“In het Chinees is het ‘Ni Hao’ ”

We krijgen gezelschap van een Chileen, dus ik zeg:
“Buenos Tardes” (Spaans kennis)
Hij lacht als teken van herkenning en antwoordt “Que Tal?”.
De Chinees kijkt verbaasd en vraagt welke talen ze in Chili spreken. Ze zijn sneller uitgepraat. De Chinees kent geen typisch Chileense dingen die gelijk zijn aan klompen en tulpen.



Wat bestaan er toch mooie beelden van Nederland in het buitenland. En het is wel eens leuk om te worden aangesproken op de klomp en de tulp. Is tenminste weer eens wat anders dan de basisonderwerpen van de Fransen:
“Jij rookt zeker ‘Marijuana’? “
“Nee”
“Tuurlijk, dat zeggen ze allemaal!”

Of

“Kom je uit Amsterdam?
“Nee, uit ‘Nimègue’. ”
“Nog nooit van gehoord.”

Of

“Is ‘Hollande’ hetzelfde als ‘Les Pays-Bas’ dan?”
“Ja, tenminste zo ongeveer, Holland is een regio van Nederland.”
“ Ohw. Ik dacht altijd dat dat twee verschillende landen waren.”



Ik ben ontheemd in het beeld dat hier bestaat van de Nederlander. Ik voldoe er totaal niet aan. Ze verwachten een blonde bos haar en helblauwe ogen. Iemand die veel bier drinkt (in plaats van de Franse wijn) en rookt.

Er is gelukkig wel één vooroordeel waar ik aan voldoe. Ik spreek goed Engels en dat doen alle Nederlanders volgens de Fransen. Dat ik jarenlang moeite heb gehad met Engels op de middelbare school, dat vertel ik ze maar niet. Bovendien zit ik hier in Frankrijk bij het vak 'Engels' in de beste werkgroep, dus ze merken het toch niet. (hun gemis aan basiskennis)

Ondertussen begint Parijs in kerstsferen te geraken, de lampjes branden door de hele stad. De Fransen zijn in afwachting van 'Père Noël' (jawel, de kerstman) en de lichtstad toont zich op zijn best. Binnenkort nog wat meer foto's. Voor nu: Bon week-end à tous!

vrijdag 21 november 2008

Geachte Meneer Calvé

Geachte Heer Calvé,

In Nederland is uw bedrijf uitgegroeid tot een van de bekendste merken van het land met als absoluut top product natuurlijk uw pindakaas. Welk kind is er nou niet groot geworden met een dikbesmeerde boterham met dit voedzame goedje? U zou zelfs kunnen zeggen dat de pindakaas behoord tot één van de hoogtepunten van de Nederlandse cultuur en dat uw product daardoor van een enorm belang is voor de Nederlandse identiteit.

Het is ondertussen dan ook natuurlijk een vast onderdeel van de inburgeringscursus voor nieuwe medelanders. Tussen het koekhappen en pepernotenbakken, mag een boterham pindakaas smeren natuurlijk niet ontbreken. Bovendien is het bij Amsterdammers natuurlijk alom bekend dat hun bekendste winkelstraat de Kalverstraat, eigenlijk een verbastering is van de Calvé-erstraat.

Kortom, uw product staat op voetstuk in Nederland. Nu ben ik afgelopen zomer naar Frankrijk verhuist. Iedere middag sta ik nu rond half één in een ellenlange rij voor de campuskantine tussen honderden andere studenten die ook hun maaltje komen halen. Het is met de Franse slag georganiseerd zodat je minstens een half uur staat te wachten. Het geheel loopt in een fuik naar de kassa toe, waardoor je opstopping krijgt waarbij ellebogen opeens van levensbelang zijn.

Maar dat is niet waarvoor ik u schrijf. Afgelopen vrijdag, werden mijn practicumweken afgesloten met een lunch. Iedere student had wat meegenomen. Nou heb ik tijdens deze lunch de Fransen kennis laten maken met een hoogtepunt van de Nederlandse keuken, echte Calvé pindakaas. Het is een gat in de Franse markt! En ik zag het al voor me, Fransen die hun baguettes met pindakaas besmeren onder de Eiffeltoren of een wandeling maken over “de Avenue de Calvé-Élysées”.

Helaas moet ik u echter afraden uw stokpaardje, de echte Calvé pindakaas, naar Frankrijk te gaan exporteren. De verwachte enthousiaste reactie op de stukje Nederlandse opvoeding bleef uit. Het grootste deel van de Fransen begon er niet eens aan (Ook de Franse boer eet niet wat hij niet kent....). Al waren er toch wel enkelen die nog aan een tweede boterham begonnen.

Het spijt me dat ik u dit slechte nieuws moet brengen, want ik ben met u eens dat die Fransen best wat meer pindakaas kunnen gebruiken. De gemiddelde Fransman is toch al snel een centimeter of 7 minder groot dan de gemiddelde Nederlander en deze groei achterstand is waarschijnlijk toch te wijten aan een gebrek aan pindakaas in hun jeugd.

Mocht u overigens binnenkort meneer Venz nog een keer tegekomen, wilt u hem dan namens mij overbrengen dat ook een Frans avontuur voor zijn hagelslag er niet inzit. Zelfs meer funny’s in de verpakkingen doen zal de Fransen niet overhalen. Nou moet ik toegeven dat het voor die Fransen ook wel erg moeilijk is om 'hagelslag' en 'pindakaas' uit hun strot te krijgen. Maar ja, om het nu Fromage d'Arachide te gaan noemen. Leg dat maar eens uit.

Ondanks deze tegenslag, wens ik u veel sterkte met de export van uw product. Misschien moet u zich toch maar richten op de Indonesische markt, daar schijnen ze met 'pinda’s' bekend te zijn.

Met vriendelijke groet,


Jeroen de Baaij

[21-11-2008 23:40]
Binnenkort weer een wat serieuzer verhaal over mijn leven in hier in Frankrijk. Ik heb het op het moment erg druk met practica en de bijbehorende verslagen (in het Frans). Ik heb het gevoel dat ik deze week nauwelijks mijn kamer heb gezien. Volgende week schijnt gelukkig weer wat rustiger te worden, maar eerst maar eens die verslagen afmaken! Ik wens jullie een leuker weekend...

vrijdag 7 november 2008

Tussen Kunst & Kitsch

Voor mijn gevoel ben ik hier in Parijs nog maar net begonnen, maar niets is minder waar. Ik studeer hier alweer twee maanden en als beloning werd ik op een weekje vakantie getrakteerd. En dus had ik de afgelopen week de tijd om er weer eens op uit te trekken en wat dingen te gaan zien!

In 1900 werd ter ere van de wereldtentoonstelling in Parijs het Grand Palais gebouwd. In deze tentoonstellingsruimte hingen ook een paar werken van een jonge Spaanse schilder. Nu 108 jaar later is er een tentoonstelling van deze Spaanse schilder, waarbij zijn werken hangen naast de schilderijen die hem inspireerden. Ik ging een kijkje nemen, maar ik was niet de enige…

En zo stond ik in een eeuwigdurende rij tussen 3 Amerikaanse meisjes “Can you take a picture of us?” en een Duits echtpaar “Wer hat eigentlich den Eiffelturm konstruiert?”. Jawel, ik had een hele opwindende omgeving. Maar het is me gelukt om het gebouw binnen te komen en het is me zelfs gelukt om binnen af en toe een glimp van een Picasso op te vangen.


Toegegeven, ondanks de drukte was het een prachtige tentoonstelling. Het was de organisatie gelukt om topwerken uit de hele wereld in Parijs te kregen. Dus hingen de Picasso’s naast de Rembrandts, El Greco’s , Cézannes, Manets en anderen. Zo was bijvoorbeeld de naakte Maja van Goya uit het Prado naar Parijs gekomen. En dat is toch een beetje als het Melkmeisje van Vermeer uit het Rijksmuseum halen. Een absoluut topstuk.


Een paar dagen eerder was ik op de enige zonnige dag van deze week naar Versailles afgereisd. Niet alleen om weer eens door het paleis te lopen en de prachtige tuinen te bekijken. Er was ook een tentoonstelling van Jeff Koons. Zonder schaamte is zijn werk kitsch te noemen en dat levert dus een aardig contrast met de barokke zalen van het kasteel.

De tentoonstelling begon met een enorme paarse hond zoals we die allemaal kennen van clowns die van een ballon een hondje maken. Deze hond was geplaatst in een 17e eeuwse ontvangstzaal en zo ging het 25 zalen door. Ook hier was het weer verschrikkelijk druk. Opvallend overigens dat je bij dit soort grote tentoonstellingen nauwelijks Frans hoort. De Parisiens gaan zelf niet naar de tentoonstellingen toe. Al hebben ze allemaal gehoord dat ‘het erg mooi schijnt te zijn.


Wat overigens ook niet erg meehelpt tegen de drukte, zijn al die belachelijke beveiligingsinstallaties van tegenwoordig. Ieder museum lijkt tegenwoordig wel een vliegveld. Je wordt van alle kanten helemaal gescand en gecontroleerd. Want stel je voor dat je een doosje punaises mee naar binnen smokkelt en die hond van Jeff Koons lek prikt.




Ook schijnt het deze week verplicht te zijn iets over Obama te schrijven, dus bij dezen. Heel Amerika, maar vooral heel Europa, is blij dat Obama gekozen is. De pers schreeuwt dat Amerika een verandering heeft beleefd. Ik wil er eigenlijk maar één ding over kwijt: Op dezelfde dag dat Amerika een zwarte man als president koos, stemde datzelfde Amerika tegen het homohuwelijk. En dan vraag ik me af, is Amerika nou werkelijk zo veranderd?


En zo is de week voorbij gevlogen. Maandag zit ik weer gewoon de hele dag in de collegezalen. Al is er dinsdag alweer een vrije dag. Op dinsdag herdenkt Frankrijk het einde van de eerste wereldoorlog, een vrede die overigens werd getekend in Versailles. Maar daarna moet ik gewoon weer iedere dag naar de universiteit tot eind december.

En dan voor in de agenda's... Op 20 december pak ik de trein naar Nederland. Ik ben dan tenminste 3 weken in Nederland om iedereen een gelukkig Nieuwjaar te wensen.