zondag 30 augustus 2009

Spoorboekje

Een kort bericht nu ik terug ben van mijn vakanties. De komende week zal ik hier een paar indrukken uit deze vakanties plaatsen. Verder wil ik vooral even laten weten dat ik op 9 september aanstaande de trein weer naar Parijs zal nemen. Tot die tijd ben ik in Nederland.

donderdag 6 augustus 2009

Meneer Smalbeen in Nederland

Meneer Smalbeen was weer thuis. Ik had hem maanden niet gezien maar een paar weken geleden stond hij opeens met zijn zwarte koffer voor de deur. Hij droeg een spijkerbroek en een gestreepte trui die ik nog nooit gezien had, maar ik herkende hem aan zijn bruine schoenen.

Snel besnuffelde ik de bruine stof en bemerkte een doordringende lucht die zijn weg naar buiten probeerde te banen. Als hij zijn tenen bewoog kwam er opeens een golf door de poriën naar buiten. Ik wist dat de lucht zou komen, maar toch bleef ik ruiken. De gaten in de zijkant van de schoen waren nog steeds niet gerepareerd. Ik probeerde mijn poot erdoor naar binnen te steken en werd toen door Smalbeen opgemerkt. Hij beloonde me met een aai over mijn bol.

Smalbeen heette Smalbeen, omdat hij smalle benen had. Hij wilde altijd dat je bij hem op schoot kwam zitten. Maar als je daar zat, moest je altijd uitkijken dat je niet van zijn benen afgleed. Ik probeerde het altijd te ontlopen. Maar als hij me heel lang bleef roepen, ging ik wel eens bij hem zitten. Ik vond het zielig als hij de enige was waar ik nooit bij ging zitten. Bovendien aaide hij me altijd zo lief.

Smalbeen was net als alle andere mensen. Hij liep altijd in de weg als je net lekker bezig was. Zo ook deze week. Ik had in de verte een indringer gezien in mijn gebied. Het was een wonderlijk klein beest dat uit de lucht was komen vallen, het blaadjesbeest! Ik noemde het ding zo omdat het leek te bestaan uit twee oranjebruine blaadjes die hij steeds heen en weer bewoog.


Ik besloot het blaadjesbeest te vangen. Misschien smaakte het wel erg lekker? Stilletjes had ik dus mijn jachthouding aangenomen. Stapje voor stapje sloop ik dichterbij en net voordat ik de laatste sprong wilde nemen om het blaadjesbeest te vangen, kwam Smalbeen aanlopen met een ijzeren monster. Het monster stoof over het gras en hakte alle sprietjes doormidden. Het blaadjesbeest schrok hiervan en verdween weer in de lucht.

Boos liep ik op Smalbeen af en ik slaakte een klagelijke mauw. Hij had toch even kunnen wachten totdat ik het blaadjesbeest gevangen had. Waarom moest hij precies nu alle grassprietjes doden? Ik ging midden voor het ijzeren monster stilstaan. Smalbeen hield stil en tilde me op. Nadat hij me op het pad weer neerzette, was daar weer die aai over mijn hoofd.

Mensen denken dat ze alles goed kunnen maken met een aai over het hoofd. Vaak maken ze daarbij ook allerlei geluiden, waar ik niks van begrijp. Ze roepen dingen als ‘poes’. Ik mauw wel eens wat terug, maar ook dat begrijpen ze niet. Ik vraag me soms af of ze elkaar wel begrijpen. Ik heb een mens nog nooit een soortgenoot een aai over het hoofd zien geven.

Smalbeen stoort mij wel altijd met een aai over mijn hoofd. Zelfs als ik me zit te wassen. Net als ik met mijn tong al mijn haren zorgvuldig in model heb gelegd, gaat hij er met zijn een hand door heen. Ik kan dan weer van voor af aan beginnen. Ik heb liever dat hij me krabbelt. Vooral in mijn nek, daar kan ik zelf niet goed bij. En juist in mijn nek heb ik altijd jeuk. Het is om gek van te worden.

Vanochtend stond de zwarte koffer weer voor de deur. Ik snuffelde aan de randjes, toen ik opeens de geur van de bruine schoenen weer dichtbij rook. Ik keek achter me en zag Smalbeen. Zou hij weer weggaan? Ik had liever dat hij nog even bleef en in mijn nek krabbelde. Ik zou zelfs wel wat vaker bij hem op schoot gaan zitten. Ik mauwde vragend, wat ga je doen?

Hij aaide me over mijn hoofd en zei wat tegen me over ‘Rome’. Wat dat dan ook moge betekenen. Daarna draaide hij zich om, pakte zijn koffer en liep de deur uit. Vlakvoor de deur in het slot viel, zag ik nog het gat in zijn bruine schoenen. Als ik Smalbeen terugwilde vinden, hoefde ik slechts mijn neus te volgen.