zondag 21 juni 2009

Uit eten met mijn geliefde

En zo zat ik afgelopen zaterdag met de liefde van mijn leven in een klein restaurantje in Parijs. Terwijl het buiten langzaam donker en kouder werd, steeg binnen de temperatuur. Bij het kaarslicht genoten wij van het eten, de wijn en elkaar.

Althans, dat dacht de ober.

U weet wel, zo’n type dat de hele avond aan zijn fooi loopt te werken, maar als hij je tafel nodig heeft zonder pardon de rekening presenteert. Zo’n man die de hele avond geintjes loopt te maken, maar steevast het bord voor de verkeerde persoon neerzet. Zo iemand die zijn charmes gebruikt om je dat extra wijntje aan te praten, maar als hij de karaf nodig heeft je glas tot de rand volgiet. Kort gezegd, een Italiaanse ober in een Frans restaurant met heimwee zijn thuisland.

Toen de ober voor de eerste keer een toespeling maakte, kon ik het niet laten er hard om te lachen. Ik ging ervan uit dat hij dan wel zou begrijpen dat hij er naast zat. Maar daar beging ik een fout. De ober zag hier alleen maar een aanmoediging in om te blijven benadrukken dat wij geliefden zouden zijn. Hij moet gedacht hebben dat ik erg blij was met zijn woorden.

En zo werd die ‘Monsieur qui parle Français’ (ik dus) de rest van de avond bestookt met opmerkingen. ‘Hadden ‘les amoureux’ al een keuze kunnen maken?’ of ‘Monsieur, wat zien jullie er gelukkig uit.’ De ober had het goed naar zijn zin.


In werkelijkheid zat ik in het restaurantje met mijn goede vriendin Noortje, die een weekendje naar Parijs was afgereisd. Maar nu ze opeens tot mijn geliefde was gepromoveerd, werd er natuurlijk wel een andere houding van mij verwacht. Decennia teruggeworpen in de tijd zaten we daar als een klassiek voorbeeld van een man en vrouw.

Zo werd mij de wijnkaart aangeboden in de veronderstelling dat de man degene is die dit soort beslissingen neemt. Daar tegenover stond dat uiteraard Noortje als eerste het bord voor haar neus kreeg neergezet. Maar vervolgens werd ik weer aangekeken als de bestelling moest worden opgenomen. Die ober had het me maar lastig gemaakt met zijn opdringerige aannames.

Want moest ik haar nu verliefd aan gaan zitten kijken? Werd er nou van mij verwacht dat ik de rekening zou betalen? En dat ik voortaan haar stoel voor haar zou vasthouden bij het plaatsnemen? Werd er op gerekend dat ik deuren voor haar open zou houden als we het restaurant uitliepen? En moesten we nou hand in hand de straat op gaan?

Maar na het dessert sloeg de sfeer opeens helemaal om. De ober had geen tijd meer voor flauwe opmerkingen, maar probeerde ons zo snel mogelijk het restaurant uit te werken. De rekening kwam zonder dat we erom gevraagd hadden en de bestelde koffie werd nooit meer gezien. Voor de deur stond een groepje nieuwe gasten ongeduldig naar binnen te kijken. Kort gezegd, of we niet op konden stappen.

Eenmaal buiten waren we geen geliefden meer en was alles weer bij het oude. Toen we de volgende avond een nieuw restaurant binnenstapten, keek ik afwachtend de ober aan. Maar gelukkig, deze keer geen toespelingen, maar lekker eten en de rekening wanneer wij hem wilden hebben.

zaterdag 13 juni 2009

De Waarheid over het Frans Toilet

Toen we vroeger met het hele gezin op vakantie gingen, werden altijd bij de eerste stop op Frans grondgebied de toiletten even gecontroleerd. Als de melding van 'gat in de grond WC' gemaakt werd, holde de hele familie inclusief knuffelbeer en foto van de thuisgebleven kat naar het toiletgebouw om 'het wonder van de Franse WC' te aanschouwen.

Hoe die Fransen het toch ooit in hun hoofd hadden gehaald om hier hun behoefte op te willen doen, is nog altijd onduidelijk. Sterker nog, zelf zijn ze er ook niet erg trots op. De ouderwetse hurk WC wordt hier immers 'la toilette turque' genoemd. Ze begrijpen hier blijkbaar nog niet dat je moeilijk de turken overal de schuld van kan geven.

In het hedendaagse Parijs is het me nog niet overkomen om een exemplaar van de beruchte Franse hurktoilet aan te treffen. Maar wie denkt dat dit betekent dat het tegenwoordig prima in orde is met de Franse WC, die komt bedrogen uit. Frankrijk en het toilet is het verhaal van een huwelijk dat nooit slagen zal.


Afgelopen week was het weer zo ver. Vlak voordat ik een concert bezocht, kwam ik weer terecht in zo'n vreselijk hok. Op het oog zag de pot er schoon uit, maar eenmaal binnen bleken de wandtegeltjes een doordringende urinelucht te wasemen. Al zou je er zelf de grootste dampende drol uit je hele leven neerleggen, zou je hem nog niet ruiken. De zware zure lucht overheerst alles.

Ik denk zelfs dat het onmogelijk is de lucht in die ruimte ooit weer fatsoenlijk te krijgen, zonder werkelijk iedere centimeter van het tegelwerk te vervangen. Iets dat in dit geval sowieso geen overbodige luxe zou zijn, want de muren zaten volgekliederd met duidelijke teksten in de trand van 'Sarko baisse ta mère'. Even kreeg ik de neiging een filtstift uit mijn tas te pakken en zelf de tekst 'La France nettoie tes toilettes!' aan de muur toe te voegen. Maar uit angst dat mijn filtstift na contact met de zure muur iedere verder dienst zou weigeren, heb ik hier toch maar van afgezien.

Toch was er in dit luchtvervuilende hok nog één meevaller te vinden. Er was namelijk zowaar WC papier aanwezig, iets wat in de gemiddelde Parijse WC niet het geval is. WC papier hoort tegenwoordig dan ook bij mijn basisuitrusting. Voordat ik de deur uitga, bedenk ik me altijd nog even of ik alles heb. Portemonnaie? Telefoon? Sleutels? WC-papier? Mooi! Dan kan ik gaan. Maar goed, ik hoefde mijn eigen voorraad dus niet aan te spreken, want hier hing het gewoon.

Toen ik het hok verliet, zag ik in het halletje nog een papier tegen de muur hangen. Even dacht ik aan een kopie van een hinderwetvergunning, maar het bleek een schoonmaakschema te zijn. De WC zou een uur geleden nog schoongemaakt zijn, zo zei de handtekening achter het tijdstip. Ik weet niet welke schoonmaakmiddelen ze er gebruiken. Maa als ik een vertegenwoordiger van Glorix was, zou ik nog maar eens pakketje met foldertjes deze kant opsturen.

zaterdag 6 juni 2009

L'Homme de Moules

In al die weken dat ik hier nu mijn berichtjes plaats, heb ik nog nooit eens iets geschreven over de schoonheid van de Franse taal. Deze week komt daar verandering in, want ik ga het met u hebben over hét woord van de afgelopen week. Namelijk ‘MOSLIM’. U zult zeggen, dat klinkt niet erg Frans en dat klopt, want dat is ook een Nederlands woord.

Vrijdag kocht ik bij de plaatselijke tijdschriftenboer ‘Le Figaro’. Dit is de oudste krant van Frankrijk en deze heeft een rechtse signatuur. Ooit was dit dagblad links georiënteerd, maar tegenwoordig (zoals dat met veel mensen gaat als ze geld gaan verdienen) is het een degelijk rechtse krant. Nu de kranten de eindjes nog maar net aan elkaar kunnen knopen, is het dan ook slechts een kwestie van tijd voordat de krant weer links georiënteerd zal zijn.

Hoe dan ook, ik was op zoek naar de buitenlandse berichtgeving. Op pagina 7 vond ik deze ook. Ten eerste natuurlijk Obama die het gesprek aan wil gaan met de MOSLIMwereld en zoals ik al hoopte werd ik op dezelfde pagina verblijd met een verhaal over de Nederlandse uitslag van de Europese verkiezingen. Een artikel dus over de opkomst van Geert Wilders en zijn anti-MOSLIM standpunten.

‘De Nederlander Geert Wilders, zijn blonde peroxide haren, zijn slogans vol vreemdelinghaat en zijn afwijzing van de EU. Dat is het eerste beeld van de Europese verkiezingen. De man die ervan droomt het parlement in Straatsburg van binnenuit te veranderen heeft de toon gezet.’, zo stond het in de eerste alinea van het artikel. In de rest van het artikel was MOSLIM een veelgebruikt woord.

Het Franse woord voor moslim is ‘musulman’. Zegt u nu zelf, dat is toch werkelijk een prachtwoord van de bovenste plank! Al ligt de verwarring natuurlijk op de loer. Want de musulman die woont toch in Scheveningen? En dat is nou precies het probleem, zo leert ons Geert Wilders. Wat doen die ‘Musulmans’ in Scheveningen? Terugsturen naar het land van herkomst al dat criminele tuig!

‘Oom Geert’ staat immers voor de Nederlandse cultuur en zou niet willen dat onze eigen mosselman wordt vervangen door een stel ‘musulmannen’. Al kent men deze vervoeging van het woord musulman in het Frans niet, in het Frans bestaat wel het woord Musulmane. En dat zou voor Geert nog veel erger zijn, want die moslima’s zitten immers de hele dag thuis alleen maar een beetje onze belastingcenten op te maken, aldus de PVV.

Tegenover de PVV staat de Partij voor de Dieren die geen problemen heeft met een ‘musulman’, maar daarentegen wel met de mosselman. Mossels hebben ook een leven en worden op verschrikkelijke wijze geslacht voor de consumptiemaatschappij. De VVD vindt alles prima zolang de mosselman de Holocaust maar mag ontkennen en D66 wil zich inzetten voor de gekozen mosselman.

Groenlinks heeft nergens problemen mee zolang het maar mogelijk blijft om legaal het liedje ‘Zeg ken jij de mosselman?’ te downloaden en de PvdA is nog druk bezig met een interne discussie om het standpunt te bepalen. U begrijpt het, al met al wordt het er niet duidelijker op.

Misschien is ‘musulman’ dan toch niet zo’n handig woord. Het mag dan wel mooi klinken, maar de verwarring viert hoogtij. Gelukkig biedt de Franse taal ook daarvoor een uitkomst, dan gebruik je gewoon het woord ‘islamiste’ (islamiet). Daarmee zeg je precies hetzelfde en heb je geen verwarring.

Ikzelf heb afgelopen vrijdag toch maar gewoon het woord 'musulman' gebruikt, toen ik op het lab moest uitleggen wie toch die Geert Wilders was en hoe het toch mogelijk was dat zo'n man zoveel stemmen krijgt in het verdraagzame Nederland. Tja, leg dat maar eens uit...