dinsdag 8 september 2009

Freiburg

Tot slot van mijn vakantiecompilatie breng ik u vandaag het verhaal van Lothar, een kleine Duitse jongeman die ik zag lopen toen ik in het Duitse Freiburg een voetbalwedstrijd bezocht. Voor hem was het Duitse voetbal net zo'n belevenis als voor mij.

Het was druk in de straat. Lothar kneep in de hand van zijn vader en hij trok hem dichter naar zich toe. Om zijn nek kriebelde de rode sjaal die hij vorige week voor zijn verjaardag had gekregen. Nu hoorde hij er echt bij. Straks zou hij hem net als iedereen in de lucht steken als de liederen werden gezongen. Lothar fluisterde de tekst om alvast te oefenen.

‘Wat zeg je?’, vroeg zijn vader.
‘Ow, niks hoor.’ En hij trok hem snel aan zijn hand verder naar het stadion.

Het was het eerste jaar dat Lothar mee mocht naar het voetbal. ‘Mijn vader gaat al jaren, maar van mama mocht ik nooit mee. Maar nu ben ik al 7 jaar! Voor mijn verjaardag kreeg ik een sjaal en een kaartje voor de wedstrijd SC Freiburg – Bayer Leverkusen’. Trots had Lothar dit aan zijn vriendje Remy verteld.

Remy ging altijd naar het voetbal. Remy’s moeder vond hem helemaal niet te jong om mee te gaan. Remy stond altijd achter het doel en zwaaide naar Jonathan Jäger. Dat was zijn favoriete speler. Hij had zelfs een keer een handtekening van hem gekregen. Lothar hoopte ook op een handtekening, maar zijn moeder had gezegd dat de spelers daar geen tijd voor hadden.

Iedere avond voor hij ging slapen, zette hij een kruisje op de kalender en de dag van de wedstrijd kwam steeds dichterbij. Maar vandaag was het eindelijk zo ver en liep hij met zijn sjaal naar het stadion. Hij was al om 6 uur ’s ochtends wakker geworden. De hele ochtend had hij met zijn sjaal in de lucht het clublied gezongen.


Maar nu stonden ze voor het stadion. Lothar gaf voorzichtig zijn kaartje aan een man in een rode trui. Deze scheurde er een stuk van af en gaf het kaartje weer terug. En toen mocht hij naar binnen. Wat was het groot! Hij kneep extra hard in de vinger van zijn vader uit angst hem kwijt te raken. Alle mensen om hem heen waren groot, droegen petjes, aten worsten en lachten hard. Lothar ging vlak achter zijn vader lopen.

Ze liepen helemaal naar voren totdat ze vlakbij het veld stonden. Daar was Remy! Snel liet hij de hand van zijn vader los en rende naar Remy toe. Alle kinderen stonden bij het hek beneden en alle vaders op de tribune. Remy had een plaatsje vrijgehouden aan het hek en wees meteen naar Jonathan Jäger. Trots liet Lothar hem op zijn beurt zijn sjaal zien. Waar was zijn vader gebleven?

Achter een man in een oranje jas met een doorgetrokken wenkbrauw die een broodje worst aan het eten was, zag hij hem gelukkig. Zijn vader gebaarde dat hij gewoon bij Remy kon blijven staan. De muziek werdgestart en stak iedereen zijn sjaal omhoog. De man met worst knoeide ondertussen zo dat de jas van zijn vader onder de saus kwam te zitten. Maar hoe zijn vader reageerde zag Lothar niet meer, want ook hij stak zijn sjaal in de lucht en begon te zingen.



’s Maandags zou hij in de klas vertellen dat ze met 5-0 verloren hadden.

Geen opmerkingen: