zaterdag 16 mei 2009

Stoelendans

Langzaam komen de eerste regendruppels naar beneden in de Rue de Rivoli, als ik met Jonathan voor een restaurantje sta. ‘Heb jij geld?’ Het antwoord is negatief, maar toch lopen we naar binnen. Achter ons springt het stoplicht op groen en trekken de auto’s met bedruppelde voorruiten op. Het geluid sterft weg als de deur van het restaurant achter ons dichtslaat.

Een ober die netjes gekleed is in een zwarte broek en een wit overhemd kijkt ons vriendelijk aan. ‘Manger pour deux?’ Ik geef een bevestigend antwoord en hij wijst ons de weg. Een minuut later zitten we aan een klein tafeltje boven aan de trap met een kaart voor onze neus. Maar de kleine kaart die we buiten hadden bekeken is nergens meer te vinden.

Beteuterd keken Jonathan en ik elkaar aan. We hadden na uitgebreid vergelijkend warenonderzoek immers niet voor niets dit restaurantje gekozen. Een blik op het raam leerde dat het buiten nu echt aan het regenen geslagen was. Ook het lege gevoel in onze magen zorgde voor een voorkeur om binnen te blijven.

De zo proper geklede ober was echter in geen velden of wegen meer te bekennen. Het enige uitzicht dat we hadden was een witte bloem die zijn kopje had gebogen en een beetje treurig uit een glaasje water stak. Jonathan en ik maakten van de tijd gebruik om nog even het programma voor de rest van de dag door te nemen.



Toen dan uiteindelijk toch een man in een wit overhemd bij onze tafel kwam, bleek dat we alleen beneden van de kleine kaart konden eten. En dus daalden we de trap weer af om beneden aan een willekeurig tafeltje weer plaats te nemen. Ook hier een witte bloem, deze keer bijna uitgedroogd in een zielig laagje water. Toen de kaart gebracht was, konden we eindelijk onze keuze maken.

Tenminste, dat dachten we. Want toen het puntje bij paaltje kwam en de ober onze bestelling wilde opnemen, bleek dat we opnieuw verkeerd zaten. Aan deze tafel kon alleen gedronken worden. Voor het op de kaart vermelde eten, moesten we een paar tafeltjes verderop aan de andere kant van de bar gaan zitten.

En zo zaten we even later aan een tafeltje dat er precies hetzelfde uitzag als het vorige, met precies dezelfde kaart voor onze neus en weer een witte bloem. Fier stak hij boven het water uit met helder witte blaadjes en meeldraden waarvan het stuifmeel op de tafel was gevallen. Een nieuwe ober nam uiteindelijk onze bestelling op en zo konden onze magen toch nog gevuld worden.

Terwijl we zaten te wachten op het eten, kwam er een verdwaalde bij op onze tafel afvliegen. Vol overgave stortte hij zich op de witte bloem. Ook ons eten werd nu gebracht en zo dineerden we gezamenlijk. Ik, Jonathan en de bij. Toen onze magen gevuld waren, bracht de pinpas oplossing voor de betaling. De bij was allang weer vertrokken, toen wij het geluid van de auto’s weer indoken. Op weg naar het Louvre.

Geen opmerkingen: