vrijdag 3 april 2009

Mijn ontmoeting met Bill Clinton

Nu het voorjaar echt is begonnen en iedere dag het zonnetje schijnt, is het een mooi moment om er weer op uit te trekken. Bovendien had ik deze week mijn laatste tentamens van dit jaar (nu alleen nog een stage) en dus had ik daarna de tijd om van het lenteweer te gaan genieten.

Ik liep door het hartje van Parijs tussen de Madeleine en de Place de la Concorde, toen ik plotseling Bill Clinton voor een etalageruit naar binnen zag kijken. Nou ja, hij was ook moeilijk te missen want hij werd uiteraard geflankeerd door een horde beveiligingsmensen en 2 geblindeerde dure auto’s die langzaam met hem meereden.

Waar ik in dat plaatje voorkom? Nou ongeveer tussen de beveiligingsmannen en de dure auto’s. Om immers ook langs de beveiliging te komen, moet je tot een groep intimi behoren. En aangezien mijn politieke ervaring niet verder komt dan een gesprek met minister Guusje ter Horst of staatssecretaris Frans Timmermans, kunt u zich voorstellen dat Clinton net een stapje te hoog gegrepen is.



Het geeft je op zo’n moment wel te denken wat je moet doen? Je zou bijvoorbeeld net iets te hard kunnen zeggen: “I did not have sex with that woman” of hem kunnen vragen of hij de groeten zou willen doen aan Nelson Mandela. Dan heb je in ieder geval een opening voor een gesprek.

Maar goed, de Franse ‘politesse’ schrijft nou eenmaal voor dat je iemand netjes benaderd. En aangezien dat me een goed onderdeel leek van mijn Franse inburgeringcursus, hield ik dus maar bij een simpel ‘Bonsoir Monsieur’. Clinton reageerde op z’n Amerikaans onder het mom van ‘ik spreek geen Frans’ en deed net alsof hij niets gehoord had.

Het was hem nauwelijks kwalijk te nemen, want ik was natuurlijk niet de enige die hem zag. Ik bleek wel de enige te zijn die niet acuut zijn mobiel of fototoestel tevoorschijn trok om Bill Clinton te vereeuwigen. Ik kreeg bijna plaatsvervangende schaamte voor de mensen die alsmaar hun best deden om dat ene kiekje te schieten dat al die anderen al geschoten hadden. Bill zelf trok zich hier overigens allemaal niets van aan, hij zal het wel gewend zijn.

Ik ben er dus ook niet meer aan toegekomen om nog wat politieke gedachtes te wisselen met Bill. Hij had ook beter even een afspraak met me kunnen maken, dan had ik wat tijd voor hem vrijgemaakt. Nu liep ik al weer lang en breed in de Tuilerieën, terwijl hij waarschijnlijk nog de horde fotograverende toeristen aan het trotseren was.

Bij de ingang van de Tuilerieën werd ik aangesproken door een bedelende man voor wat kleingeld. Terwijl ik in mijn zakken graaide, vroeg ik hem of hij Bill Clinton nog gezien had. ‘Wie?’, vroeg hij me. ‘Bill Clinton!’ Onbegrijpend keek hij me aan en weer vroeg hij ‘Wie?’. En weet u, eigenlijk had hij ook wel gelijk. Ik gaf hem een euro en wenste hem nog een goede avond.

Geen opmerkingen: