dinsdag 24 juni 2008

de Spanjaard

‘Ken je Juan niet?’ Een gefronste wenkbrauw. “Je kent Juan toch wel?”
“Juan heeft donkere haren en idem ogen. Zo’n mat in de nek, beetje ongeschoren gezicht… Je weet wel, alsof scheren hem in zijn mannelijkheid zou aantasten. Tja, verder, hij is niet erg groot, net een paar kilotjes teveel en het lijkt of hij iedere dag dezelfde broek aan heeft.”


“Waar ik hem van ken? Nou, Juan houdt ervan om gezellig wat te drinken. Ik denk dat zijn huis stinkt ofzo. In ieder geval is Juan veel buiten de deur. Juan ontbijt rond 11.00 in een barretje. Hij neemt een kop koffie (solo of con leche) en eet daarbij een moyette.”
“Tja, hoe omschrijf ik dat. Een broodje dat wordt geroosterd. Hij neemt daarop olie met tomaat, jam of een beetje ham.”
“Ja inderdaad, je kan Juan ook na 18.00 aantreffen in dat barretje. Maar dan neemt hij gewoon een biertje, of iets sterkers, als hij een slechte dag heeft gehad. Soms eet hij er dan ook iets bij, een tapa. Maar dan maar één schaaltje of soms twee. Misschien dat ie daarom ook die paar kilotjes teveel heeft.”

“Nee, ik weet zeker dan hij geen José heet. Maar volgens mij heeft Juan een neef die José heet. Familie is heel belangrijk voor Juan. Ze zijn vaak bij elkaar over de vloer en iedereen is altijd welkom. Soms denk ik weleens dat hij een beetje bang is voor de grote wereld. De familie is een veilige plek waar hij altijd naar kan terugkeren.”
“Juan vindt mensen om zich heen heel belangrijk. Hij is heel erg gericht op zijn eigen omgeving.
Nee, hij laat zich niet storen in zijn dagelijkse bezigheden. Volgens mij volgt Juan het nieuws wel, maar raakt het hem niet echt. Hij windt zich in ieder geval niet snel op.”


“Midden op de dag vertoont Juan zich niet buiten de deur. Vindt hij te warm. Juan zit ook nooit in zijn tuin ofzo. Het liefst houdt in de zomer een siësta. Bang dat ie verbrand zeker?”

“Ja, natuurlijk komt hij wel buiten. Het is geen kluizenaar ofzo. Nee, hij gaat rond 18.00 naar dat barretje en daarna slentert hij nog wat door het centrum. Vaak doet hij dan ook de boodschappen. Hij vindt dat erg gezellig. Al zijn vrienden zijn dan op straat en constant komt hij mensen tegen.”

“Ja, Juan heeft veel vrienden. Tenminste, dat denk ik. Als Juan iemand tegen komt begroet hij hem altijd uitbundig. Een hand, schouderklopje of zelfs meer, of twee kussen op de wang als het een dame is. Juan loopt ook nooit meteen verder. Altijd maakt hij even een praatje. Zo blijft Juan op de hoogte van het leven van de mensen die hij kent.”


“Of het hem echt interesseert? Nou dat weet ik niet hoor. De gesprekjes zijn erg oppervlakkig en bovendien voert hij ze met iedereen. Hij zal zag toch niet echt zo interesseren voor al die mensen? Laatst zag ik hem nog zo praten met de moeder van de tandarts van de buschauffer van lijn 3.”
“Och die ken jij ook? Dat is toevallig!”

“Ja, Juan houdt wel van een drankje. Hij mixt er vrolijk op los, rum, sherry, tinto en dat dan met cola, sprite, lemon, roept u maar…
Inderdaad, anders gewoon een Cruzcampo. En dan het liefst in een park natuurlijk. Op vrijdag of zaterdagavond met zijn allen, maar eigenlijk is openbaar drinken tegenwoordig verboden…”

“Jij doet dat ook nog steeds?”
“Tja, wie niet? Hoe heet je eigenlijk?” “Ook Juan?” "Ohw.."
“Vale”

Geen opmerkingen: