maandag 11 januari 2010

Het Laatste Tentamen

Het was vrijdagochtend. Met een gezicht dat nog half verkreukt was van de slaap stond ik in de gang voor een muffige lokaal waar ik mijn laatste twee tentamens zou maken. Het waren niet alleen de laatste tentamens van het semester of van het jaar, maar zelfs de laatste van mijn hele studie. Voor aanvang stond ik nog even te praten met een medestudent die uit -het altijd zonnige- Syrië komt.

‘Heb je goed geleerd?’

‘Nee.’, antwoordde hij, ‘Ik heb eigenlijk helemaal niet geleerd. Ik zou ook niet weten wat ik zou moeten leren. Er zat weinig samenhang in de colleges. Wat heb jij geleerd dan?’

Een beetje verbaasd over zijn antwoord, zei ik: ‘Nou gewoon, beetje structuren, functies van de cellen, belangrijke eiwitten en genen, schema’s van de signalering binnen de cel.’
‘O. Echt waar. Vertel eens, wat zijn dan de functies van de cellen.’
En voor ik het wist, stond ik de colleges van de afgelopen weken samen te vatten om de vragen van mijn Syrische vriend te beantwoorden.


Het eerste tentamen bleek inderdaad over de zaken die ik geleerd had te gaan. Enigszins wanhopig kwam de onvoorbereide Syriër in de lunchpauze dan ook naar me toe.
‘Jérôme, kan je me de stof voor het tentamen van vanmiddag even samenvatten.’


Het was duidelijk dat het eerste tentamen hem niet zo goed af was gegaan. Ik had echter niet zo’n zin om een half uur lang alle stof op te gaan lepelen omdat meneer niet goed geleerd had. Liever zou ik een hapje gaan eten. Voorzichtig probeerde ik hem dan ook af te wimpelen.
‘Nou, liever niet eigenlijk, ik rust liever even wat uit voor het volgende tentamen.’
Maar dat bleek niet genoeg.
‘Alsjeblieft, je zou me erg mee helpen.’, zo sloeg hij mijn eerste excuus af.
‘Ik kan je de powerpoint uitreksels van de colleges geven?’, probeerde ik.

Maar ook dat had hij liever niet: ‘Ik heb liever dat je het me vertelt.’


Ik vroeg me af of hij hij nou echt niet begreep dat ik er gewoon geen zin in had. Ik begon langzaam te begrijpen waarom Syrië en de rest van wereld elkaar zo slecht verstaan. Het enige wat ik kon doen, was gewoon duidelijk zijn.

‘Het spijt me, maar ik ga dat nou echt niet doen.’

‘Waarom niet?’

De dodelijke vraag was gesteld. Het was wel erg hard om te zeggen dat hij maar gewoon had moeten leren. Zeker omdat ik dan wist dat ik een lijst van talloze dingen te horen zou krijgen, waarom hij niet had kunnen leren.

Dus zei ik: ‘Omdat ik bang ben dat ik me dan straks niet meer kan concentreren. Ik heb even pauze nodig.’

Het bleek genoeg te zijn om hem af te poeieren. Na nog enkele tegensputterringen, ging hij het bij een ander proberen.


Ik vond dat ik het er redelijk van af het gebracht, was zelfs best tevreden over mijn aanpak, totdat hij ’s middags bij het tweede tentamen naast me kwam zitten.
‘Weet je wat het met jou is, Jérôme?’, vroeg hij met een grote glimlach op zijn gezicht.

Ik antwoordde op mijn vriendelijkste toon: ‘Nou?’

‘Jij bent bang dat als je voor een tentamen over de stof praat, dat je dan het tentamen slechter maakt. Maar dat zit allemaal tussen je oren!’

Triomfantelijk keek hij me aan.

‘Ik heb daar geen last van.’, voegde hij toe.
‘Ze noemen dat faalangst. Je zou naar een cursus toe moeten om wat meer zelfvertrouwen te kweken.’, zo zei hij.

Ik zuchtte nog eens diep.

Geen opmerkingen: